Artikel
Nieuwe wet bescherming erfgenamen tegen schulden
Op 1 september 2016 treedt de “Wet bescherming erfgenamen tegen schulden” in werking. Meer dan eens blijken erfgenamen een nalatenschap ongewild zuiver te hebben aanvaard, waarna zij met de kostbare gevolgen daarvan worden geconfronteerd. Biedt de nieuwe wet hen voldoende bescherming?
Zuivere aanvaarding ook na 1 september mogelijk door feitelijk handelen
Over de noodzaak van wettelijke bescherming van erfgenamen is in het verleden al veel gezegd en geschreven. De nieuwe wet beoogt erfgenamen beter te beschermen tegen aansprakelijkheid voor schulden, maar dit geeft erfgenamen na 1 september geen vrijbrief om onbeperkt te handelen met of namens de erfenis. Voorzichtigheid blijft daarbij geboden. Zo blijft ook onder de nieuwe wet de erfgenaam die zich als zuiver aanvaard hebbende erfgenaam gedraagt, bijvoorbeeld door goederen van de nalatenschap te verkopen of door deze ‘op andere wijze aan het verhaal van schuldeisers [te onttrekken]’ een zuiver aanvaardende erfgenaam, en daarmee met zijn privé-vermogen aansprakelijk voor alle schulden van de nalatenschap.
Hoewel de Hoge Raad in het zogenoemde Koperen Pan-arrest heeft bepaald dat de erfgenamen die hun dinertje na de begrafenis van de rekening van de erflater betaalden niet automatisch zuiver hadden aanvaard, omdat dit kosten waren die tot de uitvaartkosten konden worden gerekend, geldt deze vrijheid om te pinnen met de pas van de boedelrekening niet voor ieder etentje. Na 1 september 2016 wordt dat niet anders.
Bescherming alleen tegen echt onverwachte schulden
Ook de bescherming die de nieuwe wet aan erfgenamen biedt tegen onverwachte schulden, ontslaat de erfgenamen niet van hun verplichting om zelf zorgvuldig onderzoek te doen naar de schuldenpositie van de boedel voordat zij besluiten tot zuivere aanvaarding. De nieuwe wet biedt alleen bescherming tegen die schulden, die de erfgenaam niet kende maar ook niet behoorde te kennen. De erfgenaam heeft dus een onderzoeksplicht en zal zelf (grondig) moeten onderzoeken of sprake is van schulden voordat hij of zij zuiver aanvaardt. In de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is al uitgemaakt dat hypotheekschulden niet als onverwachte schulden kwalificeren en dat dit veelal ook het geval zal zijn voor onderbedelingsvorderingen uit hoofde van eerdere nalatenschappen. Juist die schulden kunnen aanzienlijk zijn. Het is dus ook na 1 september 2016 van groot belang om eerst grondig de omvang van de nalatenschap te onderzoeken, voordat – al dan niet uitdrukkelijk – zuiver wordt aanvaard.
Even pinnen van de boedelrekening
Recent oordeelde het hof Den Haag over een erfgenaam die met de pinpas van de boedelrekening bezinekosten, een etentje bij een Thais restaurant, boodschappen bij de Albert Heijn en een bedrag van EUR 500 in contanten had gepind. Volgens de erfgenaam waren dit, net als bij de Koperen Pan-zaak, uitvaartkosten. Het etentje vond plaats na de begrafenis en de overige kosten hadden te maken met het bieden van de mogelijkheid om thuis van de overledene afscheid te nemen. Veel mensen hadden van die gelegenheid gebruik gemaakt, en de erfgenaam had hen voorzien van hapjes en drankjes en het geld daarvoor aangewend.
Het hof ging in die redenering niet mee. De stellingen dat het uitvaartkosten betrof waren onvoldoende onderbouwd, zodat het hof concludeert dat de erfgenaam zich gedragen heeft als een zuiver aanvaardende erfgenaam. Daarmee is zij aansprakelijk geworden voor de schulden van de nalatenschap, waaronder ook een onderbedelingsvordering van haarzelf, haar stiefbroers en (stief)zus uit een eerdere nalatenschap. De betalingen van bij elkaar minder dan EUR 1.000 die de erfgenaam deed van de boedelrekening, maken haar daarmee in privé aansprakelijk voor een schuld van EUR 200.000. Ook een beroep op redelijkheid en billijkheid kan de erfgenaam daartegen niet beschermen.
Zou haar positie onder de nieuwe wet anders zijn geweest? Waarschijnlijk niet. Ook onder de nieuwe wet zou zij, door het doen van diverse betalingen die niet als uitvaartkosten kunnen worden gekwalificeerd, een zuiver aanvaardende erfgenaam zijn geworden. De nieuwe wet zou haar evenmin beschermen tegen de onderbedelingsvorderingen waarvoor zij nu in privé aansprakelijk is. Gezien de familierelatie tussen de schuldeisers en de erfgenaam en het feit dat ook zij een onderbedelingsvordering uit die zelfde nalatenschap had, is deze schuld geen ‘onbekende schuld’ in de zin van de nieuwe wet.
Conclusie
Voorzichtigheid blijft ook na 1 september 2016 het devies. Wij adviseren alle erfgenamen daarom ook in de toekomst om te kiezen voor beneficiaire aanvaarding, om aansprakelijkheid met het privévermogen te voorkomen. De kosten van het beneficiair aanvaarden zijn beperkt, terwijl de gevolgen die ermee worden voorkomen in potentie enorm zijn.